Stap 3: Verbeelden
1. Wondervraag
Ik stel aan de leerlingenraad een wondervraag over de ideale school en laat hen hierover een tekening maken. Tijdens deze werkvorm gaan de deelnemers op een creatieve wijze aan de slag om hun ideale toekomstbeeld van de school te creëren. In dit ideale toekomstbeeld ligt de nadruk op welbevinden en leren van álle leerlingen, en welbevinden van het schoolteam.
De wondervraag
Stel: er gebeurt vannacht een wonder. Je komt 's ochtends op de ideale school waar iedereen zich goed voelt. Teken deze school.
Teken de zaken waaraan je merkt dat het wonder heeft plaatsgevonden?
Welke activiteiten onderneem je?
Wat doe jij anders dan gisteren?
Wat doen anderen anders?
Elke deelnemer presenteert zijn/haar tekening aan de groep, hierbij lichten zij de belangrijkste elementen over welbevinden en leren van álle leerlingen en welbevinden van het schoolteam toe. We bespreken met elkaar wat opvalt, wat overeenkomsten en verschillen zijn. Ik tracht gemeenschappelijke waarden te ontdekken.
Verantwoording onderzoeksmethode
Deze methode stimuleert deelnemers om actief na te denken over hun ideale school en helpt bij het ontwikkelen van een gezamenlijke visie. Door te tekenen en te presenteren, komen zowel verbale als non-verbale aspecten naar voren, wat waardevolle inzichten oplevert. De positieve insteek, gericht op een gewenst toekomstbeeld, motiveert en vergroot het draagvlak voor verandering.
Toch brengt de methode ook uitdagingen met zich mee. Interpretaties van welzijn en een 'ideale school' verschillen per persoon, wat de validiteit kan beïnvloeden. Daarnaast zijn de resultaten sterk afhankelijk van de specifieke context, waardoor ze moeilijk te vertalen zijn naar de hele schoolpopulatie. Ook kan groepsdynamiek ervoor zorgen dat sommige deelnemers zich minder vrij voelen om hun mening te geven, wat kan leiden tot sociaal wenselijke antwoorden.
De betrouwbaarheid wordt versterkt door de participatieve aanpak en de dialoog tussen verschillende betrokkenen. De combinatie van tekeningen, reflectievragen en groepsdiscussie biedt een breed beeld van ideeën en behoeften, al blijft er een risico op subjectieve interpretatie.
Om transparantie te waarborgen, is het belangrijk vooraf duidelijk te maken hoe de verzamelde input wordt verwerkt en teruggekoppeld. Daarnaast is een veilige omgeving essentieel, waarin deelnemers vrijuit kunnen spreken en weten dat hun inbreng op een respectvolle en anonieme manier wordt behandeld.
Conclusie: behoefteanalyse
Wat leerlingen aangeven dat hen zou helpen bij hun welbevinden en de gekoppelde waarden uit de schoolvisie:
- Regelmatige klasgesprekken met de klasleerkracht over vb. levenslessen (openheid, luisterbereidheid, kwetsbaarheid, vertrouwen, betrokkenheid, kritisch denken)
- Studie buiten als de zon schijnt (vrijheid, verantwoordelijkheid)
- Leerlingen die leerkrachten mogen evalueren (gelijkwaardigheid, openheid)
- Sfeer in de klas: klasplanten of deuren van vaklokalen versieren (creativiteit, levensliefde)
- Een rustlokaal met zetels (veiligheid, kwetsbaarheid, vertrouwen, jezelf kunnen zijn, empathie)
- Groepbindende activiteiten (samenwerken, betrokkenheid, naastenliefde, gelijkwaardigheid, weerbaarheid, empathie)

Figuur 6. Zelfgemaakte grafiek waarden van leerlingen vergeleken met waarden van leerkrachten.
In Figuur 6 lees ik dat de waarden in de ideale school van de leerlingen voor een groot deel overeenkomen met de waarden van de collega's. Betrokkenheid scoort zeer hoog bij collega's en is ook bij leerlingen belangrijk. Waarden als vertrouwen, kwetsbaarheid en empathie komen zowel bij collega's als leerlingen duidelijk terug. Sommige waarden van leerlingen zoals vrijheid en gelijkwaardigheid zijn niet aanwezig in de resultaten van de collega's.
De behoeften van de leerlingen koppel ik terug tijdens een zorgoverleg waar ook directie aanwezig is. We bekijken of een titularisuur in de toekomst kan worden ingevoerd, zodat er ruimte ontstaat voor klasgesprekken. De mogelijkheid van een rustlokaal wordt opnieuw besproken. We willen al een tijdje zo'n lokaal op school inrichten, en hopen er nu effectief werk van te kunnen maken i.s.m. een stagiaire. Ook komen de gouden en zilveren weken vast op de jaarkalender, om ruimte te maken voor groepsbinding in alle jaren.
2. Input van ouders
Ik wil met deze stap graag input vezamelen over de ervaring van ouders met de zorg op onze school. Ik zou ook graag ontdekken of er volgens hen ondersteuning ontbreekt voor hun kind binnen de basiszorg, maar vooral binnen de verhoogde zorg. Deze stap is volgens mij zinvol aangezien leraren profiteren van een goede samenwerking met ouders, omdat dit stress verlaagt en hun professionele status versterkt (Flynn, 2007). Ouderbetrokkenheid in het onderwijs draagt daarnaast bij aan leerprestaties, motivatie en welzijn van kinderen (Breuer et al., 2021).
In eerste instantie heb ik onderstaande vragenlijst in een Smartschoolbericht gestuurd naar een vijftiental ouders van leerlingen die op verschillende vlakken zorg en begeleiding krijgen. Helaas heb ik slechts één reactie ontvangen. Dit kan komen doordat veel ouders weinig tijd hebben om actief met schoolzaken bezig te zijn, ik zie namelijk dat een groot aantal berichten na twee weken nog steeds ongelezen is. Een andere mogelijke reden is dat de vragenlijst niet helemaal duidelijk is, misschien door het gebruik van vakjargon.
Verantwoording onderzoeksmethode
Daarom ben ik me gaan verdiepen in literatuur over ouderbetrokkenheid. Hieruit leerde ik dat het betrekken van ouders bij het opstellen van het zorgbeleid hun betrokkenheid en motivatie vergroot (Breuer et al., 2021). Daarnaast blijkt dat erkenning van hun expertise over hun kind en waardering voor hun inbreng de samenwerking versterkt. Ook zorgt directe en informele communicatie voor meer respons (Flynn, 2007). Op basis hiervan heb ik besloten om ouders mondeling te bevragen tijdens een één-op-één gesprek.
Voor- en nadelen
De mondelinge bevraging bevat vragen die relevant zijn voor het verbeteren van het zorgbeleid. Wel bestaat het risico dat ouders sociaal wenselijke antwoorden geven en moeilijker kritiek durven uiten door het gebrek aan anonimiteit.
Wat betreft betrouwbaarheid biedt de directe communicatie de mogelijkheid om door te vragen en onduidelijkheden te verhelderen. Het gebruik van een vaste leidraad helpt om structuur in de gesprekken te behouden. Een nadeel is echter dat de beperkte steekproefomvang mogelijk geen representatief beeld geeft.
Het is positief dat ouders worden erkend als ervaringsdeskundigen en dat hun inbreng wordt gewaardeerd. De informele aanpak creëert een veilige omgeving om vrijuit te spreken. Daartegenover staat dat deze methode tijdsintensief is en dat antwoorden subjectief geïnterpreteerd kunnen worden.
Conclusie: behoefteanalyse
In mijn gesprek met de ouders kwam naar voren dat ze over het algemeen tevreden zijn over de zorgondersteuning. Ze gaven aan dat hun kind goed geholpen wordt tijdens examens, met o.a. extra tijd, het gebruik van een computer en de mogelijkheid om in de zorgklas te werken. Ook de communicatie en meldingen via Smartschool en differentiatie in de lessen werden als positief ervaren. Verder merken ze op dat er voldoende tijd wordt genomen voor begeleiding en dat hun kinderen zich gesteund voelen en goed weten bij wie ze terechtkunnen.
Tegelijkertijd wezen ze op enkele aandachtspunten. Ze zouden graag meer ondersteuning krijgen rond leren leren. Ze missen begeleiding en tools voor ouders bij studiemethode. Ze hebben ook nood aan stappenplannen over de zorgwerking van de school en een overzicht van zorgmaatregelen. Ze gaven ook aan dat een vast aanspreekpunt binnen de zorg hen zou helpen om de communicatie te verbeteren.
Er is nood aan meer overlegmomenten met alle betrokkenen en ouders zouden het waarderen als de school sneller contact opneemt bij signalen, in plaats van te wachten tot er een probleem ontstaat. Sommige ouders voelen zich minder betrokken, zeker als oudercontacten enkel doorgaan bij problemen. Ze ervaren beperkte kansen tot persoonlijk contact.
Tot slot deden ze enkele suggesties: hulpkaarten zelf laten opstellen, teksten bij examens niet te laat doorsturen, naschoolse begeleiding rond leren leren, ondersteuning bij begrijpend lezen van instructies, naschoolse socio-emotionele begeleiding.
De input van ouders wordt meegenomen in het beleid rond zorgstructuren. We bekijken tijdens een zorgoverleg of er meer ruimte kan worden gemaakt voor informele oudermomenten met klastitularissen, zodat er ook ruimte is voor een waarderende aanpak. Aan het begin van het schooljaar zal de zorgstructuur duidelijk worden gemaakt tijdens een presentatie. Ook zullen de zorgmaatregelen voor ouders met de tijd duidelijker worden in Smartschool, vanaf deze meer op punt staan. We kijken of er ruimte is voor het begeleiden van ouders bij studiemethode en socio-emotionele begeleiding.