Mijn visie aan het begin van de opleiding

Mijn visie

Hieronder vertel ik over mijn visie op Educational Needs.

INCLUSIE Inclusief onderwijs draait volgens de Onderwijsraad (2020) om een combinatie van drie essentiële elementen: leerlingen met een beperking ontvangen de nodige ondersteuning en hulpmiddelen om naar school te gaan, de school bevindt zich dichtbij huis, en leerlingen volgen samen onderwijs met hun niet-beperkte leeftijdsgenoten.

In een ideale situatie zou ons onderwijs volledig inclusief en divers zijn. Echter, ik ben van mening dat de huidige praktijk nog niet volledig klaar is voor deze verandering. Er is een tekort aan leraren en ondersteuners, de beschikbare voorzieningen schieten vaak te kort, en de groepsgrootte is te groot om geschikt maatwerk te leveren.

Een mogelijke volgende stap zou zijn om het onderwijssysteem volledig opnieuw te ontwerpen, passend bij de behoeften van de 21e eeuw volgens het model in Figuur 2. Het huidige systeem is verouderd: niet elke leerling is in staat om 50 minuten lang stil te zitten en zich te concentreren, zelfs veel 'reguliere' leerlingen niet. Er zijn al enkele pioniers die werken aan vernieuwend onderwijs. Zo is er bijvoorbeeld Agora in Nederland, een innovatieve school die zich richt op gepersonaliseerd onderwijs. Hier werken leerlingen zelfsturend en projectmatig aan hun eigen leerdoelen, in plaats van het volgen van een vast curriculum (Bregman, 2017).

Figuur 2. Model inclusie t.o.v. integratien segregatie en uitsluiting. Overgenomen uit Wat is het verschil tussen inclusie, integratie, segregatie en uitsluiting? van GRIP, 2018 (https://www.gripvzw.be/nl/artikel/157/wat-is-het-verschil-tussen-inclusie-integratie-segregatie-en-uitsluiting). Copyright 2018, GRIP.

(INTER)PROFESSIONEEL HANDELEN Tijdens onze leerteamsessies hebben we een werkvorm gedaan waarbij we de kans kregen om onze sterke punten, behoeften en beperkingen in het samenwerken te bespreken. Dit hielp ons ontdekken dat elk type cursist op zijn eigen manier bijdraagt en dat we elkaars verschillende capaciteiten nodig hebben om tot succes te komen. Dit besef is essentieel binnen teamwerk: samenwerken vraagt om overleg, goed luisteren, het maken van compromissen, het delen van ideeën en een duidelijke taakverdeling.

Als leerkracht werk je samen met diverse partners: collega's, leerlingen, externe experts, ouders, lokale overheden, ondersteuners... Hierbij is het belangrijk om je eigen grenzen te overstijgen, oftewel aan boundary crossing te doen (Akkerman & Bakker, 2011). Dit houdt in dat je niet alleen binnen je eigen beroepsgroep blijft, maar ook anderen betrekt in het proces om nieuwe inzichten te verkrijgen. Opvoeding en onderwijs kunnen als een holistisch proces worden gezien, waarbij iedereen vanuit zijn eigen rol en perspectief bijdraagt aan de ontwikkeling van een kind. Het gezegde "It takes a village to raise a child" is hier toepasselijk: we hebben de inbreng van het gezin, de school, de buurt, vrienden, familie... nodig om een kind optimaal te ondersteunen in zijn ontwikkeling.

In de opleiding verwacht ik soms tegen uitdagingen aan te lopen, zoals het moeilijk meekrijgen van collega's met nieuwe ideeën. Het is echter belangrijk om niet te vervallen in het opdringen van je visie als expert. In plaats daarvan wil ik streven naar échte samenwerking, waarbij iedereen bijdraagt aan een resultaat dat je alleen niet kunt bereiken.

PERSOONLIJKE PROFESSIONALITEIT Hier beschrijf ik mijn visie op mijn professionele identiteit op basis van het model voor beroepsidentiteit (Ruijters, 2021). In mijn leven heb ik een schat aan eigenschappen, ervaringen en opvattingen verzameld (zelf). Echter, slechts een klein deel daarvan is voor mij essentieel in mijn identificatie met mezelf. Ik hecht veel waarde aan zorgzaamheid, hard werken en openheid voor nieuwe ervaringen (identiteit). Op school is het voor mij belangrijk dat anderen zien dat ik mijn best doe en waardeer ik het gevoel erbij te horen (identificatie). Tegelijkertijd streef ik ernaar om me op bepaalde vlakken te onderscheiden, bijvoorbeeld door een creatieve benadering van mijn lessen (separatie). Daarnaast kan ik natuurlijk nog heel erg veel leren zoals bijvoorbeeld verbeteren van verbale communicatie, externen betrekken en hoe je een onderzoek aanpakt. Deze change agentkenmerken die deel uitmaken van mijn beroepsidentiteit hebben bijgedragen aan mijn gevoel van beroepstrots.

Als voorstander van levenslang leren heb ik mijn professionele ontwikkeling voortdurend uitgebreid. Mijn leertraject begon in 2011 met een jaar sociologie aan de Universiteit van Antwerpen. In 2012 vervolgde ik mijn studies met Illustratieve Vormgeving aan Sint-Lucas in Antwerpen. In 2016 rondde ik de lerarenopleiding secundair onderwijs af voor de vakken Engels en Project kunstvakken. In 2020 volgde ik een flextraject voor het vak Nederlands binnen het secundair onderwijs. Mijn zoektocht naar professionele groei ging verder met een driedaagse cursus Basis socio-emotionele begeleiding en een driedaagse nascholing over Nieuwe Autoriteit en Geweldloos Verzet in 2021. Momenteel ben ik bezig met de Master Educational Needs, een stap die mijn expertise verder verdiept en verbreedt.

Conclusie

Om een kind te helpen opgroeien, is een hele gemeenschap nodig (Vrijens, 2024). Om die gemeenschap te versterken, geloof ik dat we een verbindende dialoog moeten voeren. Dit vraagt om tolerantie, geduld en respect voor diversiteit en verschillende meningen. We zouden ons meer moeten richten op wat mensen met elkaar verbindt dan op wat hen scheidt. 

Als leerkrachten hebben we de verantwoordelijkheid om de ontwikkeling van jongeren te koesteren en te ondersteunen. We moeten een veilige plek creëren waarin ze kunnen ontdekken, fouten mogen maken, leren en groeien. Het is belangrijk hun nieuwsgierigheid te stimuleren, hen aan te moedigen vragen te stellen en echt te luisteren naar hun gevoelens en gedachten. Bij elke stap moeten we hen steunen en motiveren.

Soms komen ze obstakels tegen, zoals angst, onzekerheid of tegenslagen. Niet ieder kind krijgt dezelfde kansen in het leven. In die momenten kunnen wij hen helpen veerkracht op te bouwen en hen begeleiden. Het is belangrijk om altijd te onthouden dat elk kind uniek is. Laten we als gemeenschap ervoor zorgen dat ieder kind de mogelijkheid krijgt om volledig tot bloei te komen.

Bibliografie

Akkerman, S. F., & Bakker, A. (2011). Boundary Crossing and Boundary Objects. Review of Educational Research, 81(2), 132-169.

Bregman, R. (2017, 17 juli). Waarom onze kinderen steeds minder spelen (en wij met een burn-out thuis zitten). De Correspondent. https://decorrespondent.nl/7075/waarom-onze-kinderen-steeds-minder-spelen-en-wij-met-een-burn-out-thuis-zitten/bd8c7501-ee1b-0b63-396d-acd7b415e0cf

Onderwijsraad. (2020, 23 juni). Steeds inclusiever: Over de toekomst van inclusief onderwijs. https://www.onderwijsraad.nl/publicaties/adviezen/2020/06/23/steeds-inclusiever

Ruijters, M. C. P. (2021). Manifest voor de beroepsidentiteit: Over de achterkant van personaliseren en flexibiliseren van beroepsopleidingen. Aeres Hogeschool Wageningen.

Vrijens, C. (2024). Een nieuwe wereld voor het kind. Borgerhoff & Lamberigts. 

Portfolio's Master Educational Needs - Emelie Hens - studentnummer 5601290
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin