Leerteambijeenkomsten

Hieronder vind je de voorbereidingen en notities die ik maakte voor en tijdens de leerteambijeenkomsten en wat ik daaruit meenam voor mijn ontwikkeling als Master.

5 september 2024 - LT01


1. Centrale thema: Inclusie

A. Ik las het advies van de Onderwijsraad: 'Steeds inclusiever'.

Wat ik hieruit leerde is: Bij inclusiever onderwijs gaat het om een combinatie van drie elementen: leerlingen met een beperking krijgen de benodigde ondersteuning en toerusting om naar school te kunnen, hun school is dichtbij huis en leerlingen volgen onderwijs samen met leerlingen zonder een beperking. 

Mijn visie: In een ideale wereld is ons onderwijs inclusief en divers. Ik vrees dat de praktijk nog niet helemaal klaar is voor deze wending. Er zijn leraren en ondersteuners te weinig, de voorzieningen schieten tekort, de groepen zijn te groot... 

B. In België streeft men naar inclusiever onderwijs door redelijke aanpassingen (ReDiCoDi's) te formuleren. Deze vind je op de website van de Vlaamse Overheid. In mijn praktijk herken ik al meerdere aanpassingen nl. remediërende en verdiepende lessen Frans, Nederlands en Wiskunde, voorleesfunctie op de iPad... 

Een volgende stap zou zijn het onderwijssysteem helemaal opnieuw uitdenken op maat van de 21e eeuw. Ons onderwijssysteem is verouderd. Niet elke leerling is gemaakt om zich 50 minuten te concentreren en stil te zitten op een stoel, zelfs een 'reguliere' leerling vaak niet. Er zijn al enkele voorlopers van 'nieuw' onderwijs. Ik denk bijvoorbeeld aan Agora in Nederland.

2. Kernthema's lectoraat van Fontys OSO: 

Sense of Belonging: Een gevoel van verbondenheid en acceptatie binnen een groep, gemeenschap of organisatie. Het impliceert dat individuen zich gewaardeerd, geaccepteerd en geïntegreerd voelen, wat hun zelfvertrouwen en welzijn bevordert. 

Inclusieve taal en toegankelijkheid: Het gebruik van woorden en uitdrukkingen die alle mensen respecteren en erkennen, ongeacht hun achtergrond, identiteit of kenmerken. Dit helpt bij het bevorderen van gelijkheid en respect.

Collective Teacher efficacy: Het gedeelde geloof van een groep leraren in hun vermogen om het leren en de prestaties van alle studenten te verbeteren. Dit concept benadrukt het belang van samenwerking, vertrouwen en gedeelde verantwoordelijkheid binnen een schoolgemeenschap om positieve resultaten voor studenten te bereiken.

3. Profiel Master EN (Zie p. 4 handboek)

Wat ik zou willen ontwikkelen tijdens de Master EN zijn mijn kwaliteiten als ondersteuner, omdat ik al enkele jaren deel uitmaak van het zorgteam bij ons op school en voel dat ik bij sommige thema's niet voldoende handvaten heb. Ik ga trachten het team van mijn school mee te kunnen trekken op een pad tot innovatie binnen de brede basiszorg.  

Mijn visie: Ik bracht een lachende Boeddha mee als voorwerp om mijn kwaliteit als leerkracht te benadrukken. Dit omdat ik probeer met een positieve ingesteldheid voor de klas te staan en een positieve invloed te hebben op leerlingen en collega's. Zo benadruk ik graag de positieve eigenschappen van een leerling i.p.v. de tekortkomingen tijdens een klassenraad. Of ik probeer niet te veel te klagen in de lerarenkamer. Ook ben ik een enthousiaste leerkracht en staat het welbevinden van mijn studenten steeds voorop als voorwaarde om te kunnen leren.   

12 september 2024 - LT02


1. Waar ben ik nieuwsgierig naar? Executieve functies!

Opmerkzaam, bedachtzaam, nieuwsgierig

2. Centrale thema: interprofessioneel samenwerken

Bij (inter)professioneel samenwerken gaat het erom dat je actief kun participeren in een team, PLG of in een leerteam. Het gaat het erom dat je kunt samenwerken in complexe situaties, zoals onderwijs- en opvoedingssituaties, waarbij je op gepaste wijze ieder die betrokken is betrekt. Je werkt niet alleen samen binnen de school, met collega's en leerlingen of studenten, maar ook met ouders, ketenpartners uit het educatieve en sociale domein. In deze samenwerking houd je rekening met de verschillende perspectieven vanuit wederzijds respect. Hierdoor kun je commitment bewerkstelligen bij collega's en externen, om samen te werken aan onderwijsontwikkeling. Je hebt kennis van je eigen vak en je weet wat jij vanuit jouw professionaliteit en discipline toevoegt aan de andere disciplines en betrokkenen. Tegelijkertijd verdiep je je in andere disciplines om met hen verbinding te kunnen leggen om te kunnen samenwerken. Je neemt deel aan -of bouwt zelf- lerende netwerken om nieuwe kennis en perspectieven te leren kennen. Samenwerken vraagt om over de grenzen van het eigen beroep heen te gaan wat onzekerheid, conflicten en dilemma's kan opleveren. Het gaat hierbij om vragen als: Hoe kan ik rekening houden met ieders professionele cultuur, taal en werkwijze? Welke partners kan ik voor dit vraagstuk opzoeken om te leren van hun kennis en ervaringen?

A. https://www.kpz.nl/podcasts/aflevering-2-interprofessioneel-samenwerken/<br>

In deze podcastaflevering over de interprofessioneel samenwerken vertellen twee professionals uit verschillende opleidingen over de uitdagingen in het werkveld en hun wensen voor de toekomst.  

Interprofessioneel samenwerken houdt in dat verschillende organisaties zoals kinderopvang, scholen, coaches, leraarondersteuners, onderwijsassistenten, welzijnsorganisaties en lokale overheden hun krachten bundelen. Ze delen hun kennis en ervaring om de ontwikkeling van kinderen te bevorderen. Hierbij is het belangrijk om over de grenzen van verschillende lagen heen te werken, zoals binnen het onderwijs, het werkveld, op bestuurs- en overheidsniveau. Het oplossen van maatschappelijke problemen vereist samenwerking tussen al deze lagen, omdat het te complex is voor één organisatie om dit alleen te doen. Ook op ministerieel en bestuurlijk niveau is er behoefte aan interprofessionele samenwerking.

Effectieve samenwerking vraagt om het erkennen en omarmen van verschillen, bijvoorbeeld tussen studenten en docenten. Het gaat om een waardering voor alle betrokkenen, terwijl de diversiteit behouden blijft. Studenten van de Master EN kunnen ook bijdragen door samen te werken met verschillende professionals, bijvoorbeeld via praktijkopdrachten zoals netwerkgesprekken of door het volgen van kinderen in probleemsituaties waarbij alle betrokkenen worden aangesproken.

Samenwerking vereist ook het actief benaderen van anderen voor ideeën, gezamenlijk vraagstukken oplossen, en samen leren en ontwikkelen. Het gezegde "alleen kun je iets bedenken, maar samen weet je meer" is hier van toepassing.

Toch zijn er ook uitdagingen, zoals het loslaten van tradities en het tonen van zelfredzaamheid en initiatief. Dit vraagt om een bereidheid om je eigen perspectief los te laten en open te staan voor de ideeën van anderen. Daarnaast kan de communicatie lastig zijn; soms gebruiken we verschillende woorden voor dezelfde bedoelingen. Daarom is het belangrijk dat we elkaar goed begrijpen.

Kortom, interprofessioneel samenwerken is cruciaal voor het delen van kennis en het aanpakken van complexe vraagstukken, maar vraagt ook om een open houding, samenwerking, en duidelijke communicatie.

B. Artikel: Rumping, P., Smit, R., Van der Veen, R., & Evers, A. (2018). Stimulating interdisciplinary collaboration among youth social workers: A scoping review.

Kernpunt van het onderzoek: Het artikel bespreekt een onderzoek naar manieren om interprofessionele samenwerking tussen jeugdzorgprofessionals te bevorderen. 

Belangrijke elementen voor interprofessionele samenwerking: 

  • Bewustzijn en begrip van de andere disciplines
  • Communicatie en interactie: het geven van feedback, reflectie en evaluatie
  • Een duidelijke en ondersteunende teamstructuur helpt om samenwerking te faciliteren
  • Bereidheid om samen te werken
  • Gedeelde verantwoordelijkheid en normen
  • Wederzijds vertrouwen

Interventies voor Interprofessionele Samenwerking:

  • Trainingen gericht op het verbeteren van vaardigheden en kennis die nodig zijn voor effectieve samenwerking.
  • Organisatorische interventies: Veranderingen in structuren en processen binnen de organisatie om samenwerking te vergemakkelijken.
  • Tools: Hulpmiddelen zoals checklists en communicatieplatforms om samenwerking te ondersteunen.

C. Sociale netwerktheorieën:

  • Bonding (binnen school), bridging (linken met externen), linking (met hiërarchische structuren)
  • Mono-, multi-, inter- en transdisciplinair samenwerken 
  • De ecologisch systeemmodel (Bronfenbrenner, 1979) verwijst naar de interactie tussen een individu en zijn omgeving, waarbij de nadruk ligt op hoe omgevingsfactoren het gedrag van een persoon beïnvloeden. In deze context wordt gedrag bekeken als een complex samenspel van invloeden, zoals de familie, school, vriendenkring en bredere maatschappelijke context.
    Bronfenbrenner, U. (1979). The Ecology of Human Development: Experiments by Nature and Design. Cambridge, MA: Harvard University Press. 

Onderzoekshouding

- TO DO bij onderzoeken: Opzoeken, uitzoeken en onderzoeken! 

- Onderzoeken = kennis benutten, onderzoekende houding, uitvoeren, zelfontwikkeling

- Kwantitatief/ kwalitatief onderzoek (focus op tweede): Opdracht: over iets data verzamelen --> kwalitatief (denk klein) (inspiratie participatief actieonderzoek) (= echte werelddata) Empathy mapping? Ingrediëntenlijst startdag? Schaalgericht denken (positieve psychologie)?

- Google Scholar/ ERIC (AND review AND meta analysis)

19 september 2024 - LT03


1. Centrale thema: beroepsidentiteit

A. https://goodworkcompany.nl/wp-content/uploads/2021/03/Manifest-voor-de-beroepsidentiteit.pdf

- Het ontbreken van een duidelijk beroepsframe heeft een directe impact op instroom en uitstroom, omdat het moeilijker wordt om je verbonden te voelen met het beroep en om beroepstrots te ontwikkelen.

- Tegelijkertijd spelen trends zoals personalisering en flexibilisering in het onderwijs een belangrijke rol. Hoewel deze trends begrijpelijk zijn gezien veranderende loopbanen en de behoefte aan wendbaarheid, kan de focus op individuele leerpaden en vrije keuzeruimte leiden tot een verlies aan collectieve leerprocessen en een minder sterke beroepsidentiteit.

- Het manifest onderstreept het belang van een sterke beroepsidentiteit als basis voor wendbaarheid, samenwerking en zinvol werk. 

In het manifest worden vijf adviezen gegeven:

  1. Verantwoordelijkheid voor het beroepsframe: Zorg voor samenhang en een duidelijk beroepsprofiel binnen opleidingsprogramma's.
  2. Ontwikkeling van beroepsidentiteit: Besteed aandacht aan materiële, spirituele en sociale aspecten van het vak.
  3. Ontwikkelidentiteit van studenten: Help studenten ontdekken wie ze zijn als lerende en hoe ze hun professionaliteit willen onderhouden.
  4. Identiteit van instromers: Herken en ondersteun de transformatie die nodig is bij het overstappen naar een nieuw beroep.
  5. Professionele identiteit expliciteren: Help studenten hun eigen professionele identiteit te integreren en deze bewust toe te passen in hun loopbaan.

B. Van der Heijden, M. (2017). Onderwijs heeft behoefte aan 'change agents': Wie is die leraar die het verschil maakt? Dialoog, 5, 16-18.

Onderwijs staat voor de uitdaging van voortdurende verandering, waarbij leraren een cruciale rol spelen als 'change agents'. Dr. Monique van der Heijden onderzoekt hoe leraren als change agents in het primair onderwijs bijdragen aan innovatie en verbetering in de klas.

Van der Heijden identificeert vier kernkenmerken van change agents: meesterschap, professionele samenwerking, ondernemerschap en levenslang leren: Meesterschap betreft gepassioneerde leraren die een sterke band met leerlingen hebben en deskundig zijn. Professionele samenwerking houdt in dat leraren goed samenwerken met collega's. Ondernemerschap omvat het nemen van initiatieven om het onderwijs te vernieuwen, terwijl levenslang leren gericht is op voortdurende ontwikkeling en nieuwsgierigheid.

Van der Heijden benadrukt het belang van persoons- en werkcontextfactoren. Openheid voor nieuwe ervaringen is cruciaal voor change agents. Leraren die deze eigenschap bezitten, zijn meer geneigd om innovatief te zijn en impact te maken. Ze moeten echter ook ondersteund worden door schoolleiders en een stimulerende werkomgeving om hun potentieel volledig te benutten.

Voor de lerarenopleiding pleit Van der Heijden voor een focus op de change agent-kenmerken in het curriculum. Leraren moeten na hun opleiding blijven leren en zichzelf ontwikkelen. Het ontwikkelen van metacognitieve vaardigheden en openheid voor nieuwe ervaringen zijn essentieel om als change agent effectief te zijn.

2. LT

Writing clean space: een plek waar je schrijft en parafraseert en meteen refereert

Tips logisch schrijven:

  • Wat in jouw hoofd zit, zit niet in die van een ander
  • Sandwich: IMS
  • 1 onderwerp = 1 alinea
  • Markeer in alinea's kernzin
  • Overzicht: lay-out, kleur
  • Theorie van auteur koppelen aan praktijk (geen omgevallen boekenkast)
  • Feedbackvraag formuleren bij profielschets
  • Essentie in kaders?
  • Eerst denkend schrijven, daarna pas uitwerken, structuur aanbrengen
  • APA (eventueel met referentiemanager vb. Zotero)

3. Onderzoeken

Kwalitatieve data verzamelen: 

  • Deductief: start vanuit theorie
  • Inductief: start vanuit waarnemen
    Thematische analyse: van kwalitatieve data naar codes en thema's
  • Open coderen: tekst herleiden naar overzicht
  • Axiaal coderen: relaties zichtbaar maken  
  • Het narratief van de geïntervieuwde/participant= storytelling (vb. transcripties van opgenomen interviews)

ALTIJD: transparant, nauwkeurig en navolgbaar en onderbouwd

10 Oktober 2024 - LT04 

1. Centrale thema: feedbackgeletterdheid

https://lerenvantoetsen.nl/feedbackgeletterdheid-feedback-verwerken-moet-je-leren/<br>

Het artikel behandelt het belang van "feedbackgeletterdheid" in het onderwijs en benadrukt dat studenten moeten leren hoe ze feedback effectief kunnen verwerken. Het introduceert een model van Carless en Boud, dat vier belangrijke componenten omvat: waardering van feedback, het maken van oordelen over het eigen werk, het omgaan met emotionele reacties en het ondernemen van actie op basis van feedback. Het ontwikkelen van deze vaardigheden is essentieel voor studenten om feedback optimaal te benutten in hun leerproces.  

https://metis-onderwijsadvies.nl/kennisbank/het-geheim-van-goede-feedback/<br>

Het artikel legt uit dat goede feedback essentieel is voor het leerproces van studenten. Volgens Hattie en Timperley zijn er drie vragen die effectieve feedback moet beantwoorden: feed-up (waar ga ik naartoe?), feedback (hoe heb ik het gedaan?) en feed-forward (wat is de volgende stap?). Elke vraag moet duidelijk zijn om studenten te helpen bij het overbruggen van de kloof tussen hun huidige en gewenste niveau. Het artikel biedt praktische tips voor het geven van feedback op taak-, proces-, zelfregulerend en persoonsniveau.

2. LT

- 16/10 Infosessie doorwerking online (optioneel)
- studieplan indienen LT05 (laten ondertekenen door jou en studentcoach) en doorsturen naar oso@fontys.nl
- leerwerkplekovereenkomst indienen naar oso@fontys.nl met studentcoach en werkplekcoach in CC
- tips: het mysterie van een goede leraar - podcast/ geweldloze podcast (NAGV)/ omdenken podcast
- interpersoonlijk paradigma (zoek op google scholar: and education and review) --> doorwerking
- Self regulated learning (Zimmerman) --> meesterschap
- Signaleren: feedback CF --> aanpassen --> feedback werkplekcoach --> aanpassen --> feedback studentcoach
- Ontwerpen: feedback docent met expertise

21 November 2024 - LT05

1. Van Swet, J., Munneke, L., Diemel, K., & De Keijzer, H. (2022). Praktijkgericht onderzoeken in het onderwijs (2e druk). Boom. 

De onderzoekscyclus

Onderzoek volgt een iteratief proces dat aangepast wordt aan de doelen en context.

Twee bekende modellen zijn:

  • De empirische cyclus (gericht op fundamenteel onderzoek en hypothesen toetsen).
  • De regulatieve cyclus (gericht op praktische oplossingen en toegepast in praktijkgericht onderzoek).

Uitwerking van onderzoeksstrategieën

  • Actieonderzoek: Gericht op verbeteringen in de praktijk door samenwerking met betrokkenen. Dit proces is iteratief en waardegebonden. Een voorbeeld is het verbeteren van pedagogische vaardigheden van leraren door leerlingen actief te betrekken. MEESTERSCHAP
  • Ontwerpgericht onderzoek: Ontwikkelt en test systematisch een praktische oplossing, zoals een lesmethode of interventie, door meerdere cycli van ontwerpen en evalueren te doorlopen. Het richt zich op de vraag: wat werkt in deze context?
  • Casestudy: Bestudeert diepgaand een of enkele gevallen in hun natuurlijke context. Het levert rijke beschrijvingen op, maar resultaten zijn vaak niet generaliseerbaar.
  • Onderzoek met bestaande data: Gebruikt gegevens zoals toetsresultaten of leerlingvolgsystemen. Dit kan leiden tot betere beleidsbeslissingen en onderwijsverbeteringen. Privacy en ethiek zijn hierbij cruciaal.
  • Survey: Bevraagt grote groepen mensen om meningen, ervaringen of trends in kaart te brengen. Dit is vaak een voorbereidende stap in onderzoek. DOORWERKING
  • Quasi-experiment: Onderzoekt causale verbanden zonder volledige controle over variabelen. Dit is minder strikt dan een zuiver experiment en lastig uitvoerbaar in het onderwijs.

Belang van reflectie en ethiek

Reflectie is essentieel in elke onderzoeksfase. Vooral bij actie- en ontwerpgericht onderzoek vraagt de dubbele rol van de onderzoeker als professional en insider om kritisch en reflexief handelen. Ethische kwesties, zoals het waarborgen van anonimiteit en het betrekken van belanghebbenden, zijn doorslaggevend.

16 Januari 2025 - LT06

  • Feedback studentcoach (generieke kennisbasis: onderzoekend vermogen, persoonlijke professionaliteit, triade, samenwerken, inclusie) en docent expertise (specifieke kennisbasis, afstudeerrichting) mag gelijktijdig maar met andere feedbackvragen (kijk goed wie wat beoordeelt).
  • Voorwaardelijk bij aanvraag feedback docent expertise: matrix laten invullen
  • Werkplekcoach feedback minstens 1x per bewijsmateriaal
  • Hoe ga ik (inter)professioneel samenwerken laten zien in mijn portfolio?


Onderdelen kernconcept gedrag: paradigma's, meergelaagdheid, kwaliteitsontwikkeling (houdingsaspecten:uniciteit, afstemming, pedagogische sensitiviteit)

Systematisch en cyclisch!

Portfolio meesterschap:

- Verschil EF en zelfregulerend leren?

20 februari 2025 - LT07

Wienen, B. (2022). Een school is geen ziekenhuis. Kader, december 2022, 55-56.

"Een school is geen ziekenhuis" – Bert Wienen over inclusief onderwijs

Bert Wienen, psycholoog en onderwijskundige, bespreekt de uitdagingen van inclusief onderwijs en de toenemende medicalisering van het onderwijs. Hij signaleert een sterke toename van psychiatrische diagnoses bij kinderen, wat leidt tot een situatie waarin onderwijs steeds meer functioneert als een ziekenhuis met "afdelingen" voor verschillende labels, zoals ADHD, hoogbegaafdheid en autisme.

Toename van diagnoses en medicalisering

Wienen merkt op dat het aantal kinderen met een diagnose de afgelopen decennia sterk is toegenomen. Waar vroeger kinderen simpelweg als druk, dromerig of verlegen werden beschouwd, krijgen ze nu een officiële diagnose. Dit heeft gevolgen voor hoe onderwijs wordt ingericht: scholen worden geacht passend onderwijs te bieden aan kinderen met uiteenlopende zorgbehoeften.

Een concreet voorbeeld hiervan is een leerkracht die het advies kreeg een tipi-tent in de klas te plaatsen voor een snel overprikkeld kind. Wienen stelt dat dit soort maatregelen kinderen juist stigmatiseert en pleit ervoor dat leerkrachten op basis van pedagogische principes omgaan met gedragsverschillen in de klas.

Problemen met de labelcultuur

De neiging om kinderen te diagnosticeren komt volgens Wienen voort uit een veranderde maatschappelijke norm: gedrag dat vroeger als normaal werd gezien, wordt nu als afwijkend beschouwd. Dit wordt versterkt door een prestatiemaatschappij waarin kinderen en ouders steeds hogere verwachtingen ervaren. Een diagnose biedt in eerste instantie duidelijkheid en voordelen, zoals extra begeleiding en aangepaste toetsen, maar heeft ook nadelige gevolgen:

  • Stigmatisering: Een kind met een diagnose wordt gezien als 'anders' en kan zichzelf daardoor beperken in zijn of haar ontwikkeling.
  • Overschatting van diagnoses: Ouders en leerkrachten verwachten soms dat een diagnose op zichzelf het probleem oplost, terwijl onderwijs en begeleiding essentieel blijven.
  • Medicalisering van onderwijs: Door de groei van psychiatrische en psychologische diagnoses wordt onderwijs steeds meer behandeld als een medisch vraagstuk in plaats van een pedagogisch vraagstuk.

Herstel van het pedagogisch perspectief

Wienen pleit voor een herwaardering van goed onderwijs waarin de groep centraal staat in plaats van het individu met een label. Volgens hem moeten leerkrachten en schooldirecteuren het onderwijs terugclaimen als een pedagogisch domein, waarin hoge verwachtingen aan álle leerlingen worden gesteld en waarin kinderen leren omgaan met verschillen. Inclusief onderwijs moet niet draaien om individuele behandelingen, maar om sterke pedagogische relaties tussen leraar en leerling.

Zijn kernboodschap is dat scholen geen ziekenhuizen zijn. Door te focussen op goed onderwijs in plaats van diagnoses en individuele zorgbehoeften, kunnen scholen een leeromgeving creëren waarin zoveel mogelijk kinderen tot hun recht komen.

5 juni 2025 - LT10


Assessmentgesprek

  • Duurt 40 minuten online, je hoort nadien meteen of je geslaagd bent
  • Paspoort (id) voorleggen
  • Literatuurlijst erbij houden: welke bron zegt wat?
  • Beoordeling volgt schriftelijk in gradework: portfolio, assessmentverslag en gesprek
  • Waar ben je trots op? Wat maakte je proces/praktijk complex? Hoe heb je dat onderzocht? Vanuit welke literatuur kan je dat onderbouwen? Waarom heb je die bronnen gekozen? Hoe ben je gegroeid? Wat zijn je valkuilen? Hoe heb je je doelen bereikt of bewezen? Wat ga je verderzetten in je praktijk na dit onderzoek? Wat blijft er hangen in jouw praktijk als jij er niet meer bent? Hoe gaat het nu verder na jouw onderzoek? Hoe zou je het onderzoek aanpakken als je het nog een keer zou mogen doen? ... 
Portfolio's Master Educational Needs - Emelie Hens - studentnummer 5601290
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin