GSEL 1 - Basisondersteuning gedrag

14 november 2024

1. Haasen, B. (2020). Basisondersteuning gedrag ZP2 2020. [CW onderwijs Zorg Primair]. 

Het document, "Basisondersteuning Gedrag ZP2 2020", geeft de fundamenten voor ondersteuning bij gedragsvraagstukken in het onderwijs, met een focus op het basisniveau van zorg:

Basisondersteuning

De basisondersteuning gedrag in het onderwijs heeft als primaire doel om een veilige en stimulerende leeromgeving te bieden waarin elke leerling zich optimaal kan ontwikkelen. Leerkrachten en begeleiders worden aangemoedigd om een proactieve houding aan te nemen, door preventieve maatregelen in te zetten en duidelijke verwachtingen te communiceren aan de leerlingen.

Interventies

Een belangrijk onderdeel van de basisondersteuning zijn de interventies en strategieën die scholen gebruiken om gedrag te beïnvloeden. Het document beschrijft methoden zoals: positieve bekrachtiging, consistentie en duidelijkheid, herstelgericht werken (i.p.v. straffen)

Samenwerking

Het schoolteam speelt een cruciale rol in de basisondersteuning bij gedrag. Naast de leerkrachten zijn ook andere medewerkers betrokken, zoals ondersteuningscoördinatoren, interne begeleiders, en schoolpsychologen. Samen vormen zij een netwerk dat zorgt voor een consistente aanpak van gedragsvraagstukken. Bovendien moedigt het document samenwerking met ouders aan, zodat ondersteuning ook thuis kan doorwerken. 

Monitoring

Om de effectiviteit van de gedragsinterventies en het algemene gedragsbeleid te waarborgen, beschrijft het document de noodzaak van regelmatige monitoring en evaluatie. Dit betekent dat scholen:

  • Gedrag systematisch observeren en vastleggen, om zo patronen en problematische gedragingen vroegtijdig te herkennen.
  • Regelmatig evalueren of de ingezette ondersteuning het gewenste effect heeft, en indien nodig aanpassingen maken in de aanpak.
  • Specifieke doelen stellen en de voortgang van individuele leerlingen bijhouden om beter inzicht te krijgen in wat wel of niet werkt.

Inclusie

De nadruk ligt op inclusiviteit: elke leerling, ongeacht achtergrond of uitdagingen, verdient passende ondersteuning binnen de algemene onderwijsomgeving.

2. Van Meersbergen, E., & De Vroedt, B. (2018). Van houding naar handelen: Visie op sociale en emotionele competentieontwikkeling van leerlingen. Fontys OSO.

Inleiding en Doel

Het document biedt richtlijnen voor leraren en onderwijsprofessionals om sociale en emotionele competentieontwikkeling (SECO) van leerlingen te ondersteunen. De auteurs benadrukken dat leraren niet alleen kennis moeten hebben van gedrag en onderwijsbehoeften, maar ook over de juiste houding moeten beschikken om effectief in te spelen op individuele verschillen in de klas. Dit vraagt om afstemming tussen leraar en leerling om een positieve leeromgeving te bevorderen.

Definitie van Sociale en Emotionele Competentieontwikkeling (SECO)

SECO omvat vaardigheden in vier dimensies van gedrag: denken, doen, voelen en willen. De ontwikkeling van deze vaardigheden is essentieel voor het oplossen van levens- en ontwikkelingsopgaven en vereist een goede afstemming tussen leerling en omgeving. Kinderen leren hierdoor omgaan met hun eigen emoties en krijgen meer vertrouwen in sociale relaties.

Belang van Afstemming in het Onderwijs

Het document benadrukt dat SECO niet alleen bijdraagt aan persoonlijk welzijn, maar ook aan leerprestaties en sociale interactie in de klas. Het ontwikkelen van SECO vermindert risico's op pesten en gedragsproblemen, en vergroot het gevoel van veiligheid binnen de klas. Leraren spelen een centrale rol door een schoolbrede visie op SECO te ondersteunen en actief te werken aan een klimaat waarin leerlingen zich veilig en competent voelen.

Houding en Vaardigheden van de Leraar

Vier belangrijke houdingsaspecten worden voorgesteld:

Pedagogisch optimisme: Leraren moeten kansen zien in de ontwikkeling van hun leerlingen, ongeacht uitdagingen.
Afstemming: Leraren kunnen het verschil maken door interventies zorgvuldig af te stemmen op de behoeften van de leerling.
Uniciteit: Er wordt maatwerk gevraagd voor elke onderwijsleersituatie, waarbij rekening wordt gehouden met de individuele situatie van iedere leerling.
Authenticiteit: Leraren worden aangemoedigd om zelfreflectie toe te passen en zichzelf als onderdeel van de oplossing te zien.


Implementatie en Planmatig Handelen

De afstemming op SECO gebeurt volgens een planmatige, handelingsgerichte aanpak waarbij de leraren de cyclus van waarnemen, begrijpen, plannen en uitvoeren volgen. Deze cyclus wordt ondersteund door zowel intern schoolpersoneel als externe specialisten wanneer intensievere ondersteuning nodig is.

3. McIntosh, K., & Goodman, S. (2016). The relationship between academic skills and behavior. In K. McIntosh & S. Goodman (Eds.), Integrated Multi-Tiered Systems of Support (pp. 21-32). The Guilford Press.

Koppeling tussen Academische Vaardigheden en Gedrag

Leerlingen met lage academische vaardigheden vertonen vaker ongewenst gedrag, en omgekeerd. Dit patroon is sterker naarmate leerlingen ouder worden en is vooral zichtbaar bij leesvaardigheden en externaliserend probleemgedrag. Gebrek aan leesvaardigheden veroorzaakt stress en frustratie bij leerlingen, wat kan leiden tot probleemgedrag. Omgekeerd hebben leerlingen met gedragsproblemen vaak moeite om academische vaardigheden te ontwikkelen.

McIntosh en Goodman beschrijven vier paden die verklaren hoe academische en gedragsproblemen zich samen ontwikkelen:

Pad 1: Gedragsproblemen Beperken Onderwijstoegang
  • Leerlingen met gedragsproblemen kunnen minder toegang hebben tot instructie door hun eigen verstorende gedrag of door verwijderd te worden uit de klas. Dit leidt tot academische achterstanden.

Pad 2: Onderliggende Aandachtsproblemen
  • Leerlingen met aandachtsproblemen hebben vaak moeite met instructies opvolgen en sociale signalen interpreteren, wat zowel academische als sociale problemen veroorzaakt.

Pad 3: Academische Problemen Leiden tot Sociale Afwijzing
  • Leerlingen met academische achterstanden kunnen zich afgewezen voelen door leeftijdsgenoten en leraren, wat leidt tot een lagere zelfwaardering en mogelijk tot probleemgedrag.

Pad 4: Onvoldoende Reactie op Academische Interventie Leidt tot Gedragsproblemen
  • Leerlingen die moeite hebben met academische taken reageren vaak met terugtrekking of storend gedrag om frustrerende taken te vermijden, wat de leerachterstand vergroot.

Preventie

Voor elk pad worden preventieve maatregelen voorgesteld. Vroege screening en ondersteuning bij gedrags- en aandachtsproblemen kunnen toekomstige academische achterstanden voorkomen. Leerkrachten kunnen specifieke aandacht besteden aan de sociale en emotionele behoeften van leerlingen, zodat gedrag minder interfereert met het leren. Daarnaast helpt het om focus en organisatie aan te leren bij leerlingen met aandachtsproblemen. Een positief en veilig schoolklimaat, waarin pesten en afwijzing worden aangepakt, kan ook bijdragen aan betere prestaties en gedrag.

Crossover Effecten van Interventies

Het onderzoek naar de effecten van interventies op gedrag en academische prestaties laat gemengde resultaten zien:

  • Sommige studies laten zien dat academische interventies, zoals leesondersteuning, positieve effecten hebben op gedrag. Echter, bij ongewenst gedrag dat gericht is op het verkrijgen van aandacht, lijken academische interventies minder effect te hebben. Dit suggereert dat de functie van het gedrag (bv. aandacht zoeken of taakontwijking) bepalend is voor het succes van academische interventies op gedrag.

  • Gedragsinterventies, zoals Positive Behavior Interventions and Supports (PBIS), verbeteren soms academische prestaties doordat leerlingen meer tijd in de klas doorbrengen en minder worden afgeleid. Dit effect is vooral duidelijk wanneer gedragsinterventies leiden tot minder pesten en een veiliger leeromgeving.

4. Sessie 1

  • Competenties van SEL (Van CASEL, 2017): zelfbewustzijn, zelfregulatie, sociaal bewustzijn (=empathie), relationele vaardigheden, verantwoorde besluitvorming
  • Holistisch model van welbevinden Van Zundert, 2017 (bekijk filmpje ppt) MEESTERSCHAP
  • Dweck, 2016 fixed >< growth mindset DOORWERKING
  • Zelfdeterminatietheorie van Decy & Ryan, 2000 (zie ppt)
  • Zie ppt: opdracht voor thuis i.v.m. Kegel van afstemming i.v.m. portfolio

28 november 2024


1. De Vroedt, B., & Van den Bergh, L. (2019). Passend leren omgaan met uitdagend gedrag. Zorg Primair, 4(2019), 9–12.

Afdrukken en nodig voor vragenlijst Forms PV3 !!!

https://www.fontys.nl/Over-Fontys/Fontys-Opleidingscentrum-Speciale-Onderwijszorg-OSO/Passend-leren-omgaan-met-uitdagend-gedrag.htm

2. Sessie 2 

  • Ondersteuning EF heeft effect op externaliserend gedrag (maar ook cognitieve aspect niet uit het oog verliezen)
  • Beter bij de les / Zelf plannen (meer gericht op leerlingen met ADHD) = methode ondersteunen EF
  • McIntosh & Goodman (2016) pleit voor geïntegreerd model van onderwijs: leren en gedrag
  • Greensberg & Weisburg (2018): aandacht voor SEL beïnvloedt welbevinden, vermindert gedragsproblemen, betere leerprestaties --> schoolbrede programma's meer zinvol dan interventies 
  • Inzetten op 5 SEL competenties: besef van zichzelf, zelfmanagement, besef van de ander, relaties hanteren en keuzes maken
  • Lessen in geluk / gelukskoffer / leer- en veerkracht.nl / geluksdriehoek
  • Onderwijsprofessional (on)bewust veel invloed op externe factoren welbevinden: leefbaarheid klas/school, positie leerling in de groep
  • Grondhouding bij basisondersteuning gedrag= pedagogisch optimisme, afstemming, uniciteit, authenticiteit
  • Créton en Wubbels (1984) deden onderzoek naar de relatie tussen pedagogische stijl van de leerkracht en de groepssfeer: https://www.rowf.nl/wp-content/uploads/2024/03/werkdocument-roos-van-leary-vragenlijst-interactief-leraarsgedrag-roos-v-leary-lang.pdf
  • Welbevinden van leraren: PERMA (positieve emoties, engagement, relaties, meaning, accomplishments)

12 december 2024

1. Van Zundert, R. (2017). Hele-schoolbenadering positieve psychologie. Tijdschrift Positieve Psychologie, 1(1), 72-80.

Het artikel van Rinka van Zundert bespreekt een integrale aanpak binnen scholen gericht op het versterken van veerkracht en welbevinden bij zowel leerlingen als onderwijsprofessionals. Deze zogenaamde "hele-schoolbenadering" is gebaseerd op principes uit de positieve psychologie en biedt een alternatief voor geïsoleerde sociaal-emotionele programma's. Het doel is een duurzame verbetering van het leer- en werkklimaat en het voorkomen van psychosociale problemen.

Waarom een hele-schoolbenadering?

  • Beperkingen van losse programma's: Losstaande interventies zijn vaak tijdelijk effectief en dekken slechts een klein deel van de behoeften. Ze worden bovendien niet altijd volledig geïmplementeerd.
  • Samenhang en duurzaamheid: Door alle aspecten van de school te betrekken (onderwijssetting, management, docenten en ouders) kan een breder en duurzamer effect worden bereikt.
  • Welzijn van de leerkracht: Het welzijn van leerlingen is nauw verbonden met dat van de leerkracht. Een school kan pas succesvol zijn in het ondersteunen van leerlingen als leerkrachten zich mentaal en emotioneel sterk voelen.

Principes van de hele-schoolbenadering

  • Holistisch model van gezondheid: Welbevinden wordt niet alleen gezien als afwezigheid van problemen, maar als een actief proces van floreren, waarbij gedachten, emoties en gedrag in balans zijn.
  • Factoren achter gewenste uitkomsten: De aanpak richt zich niet alleen op gedragsverandering, maar ook op onderliggende factoren zoals veerkracht en sociale vaardigheden.
  • Betrekken van de hele onderwijssetting: Alle aspecten van de school – van lesprogramma's tot fysieke omgeving – worden geïntegreerd in de aanpak.
  • Inclusiviteit: Het programma betrekt iedereen: leerlingen, leerkrachten, ouders en management.
  • Congruentie op alle niveaus: Alle betrokkenen werken samen vanuit een gedeelde visie op welbevinden.
  • Samenhang en teamwork: Het versterken van samenwerking binnen het team en tussen alle lagen van de school.
  • Balans tussen didactiek en sociaal-emotioneel leren: Academische prestaties worden gecombineerd met aandacht voor sociaal-emotioneel welzijn.

Praktische toepassing

  • Bewustzijn en zelfreflectie: Het ontwikkelen van bewustzijn over gedachten, emoties en gedrag vormt de basis. Dit leidt tot keuzevrijheid en versterkt zelfregulatie.
  • Holistisch model: Het model van Van Zundert omvat mentale, emotionele, gedragsmatige en sociale componenten die in wisselwerking staan. Denk aan technieken zoals mindfulness, zelfcompassie, en het actief bevorderen van prettige emoties.
  • Training en begeleiding: Een hele-schoolbenadering vereist een meerjarenplan waarin leraren en leerlingen vaardigheden leren en implementeren.
  • Management: Leiderschap speelt een cruciale rol. Authentiek en betrokken leiderschap motiveert teamleden en versterkt de schoolcultuur.
  • Inclusiviteit in preventie:
    • Primaire preventie: Gericht op alle leerlingen en medewerkers, ongeacht hun situatie.
    • Secundaire preventie: Extra ondersteuning voor leerlingen met risico's op psychosociale problemen.
    • Tertiaire interventie: Intensieve hulp voor leerlingen met ernstige problematiek.

Belemmeringen en succesfactoren

  • Belemmeringen:
    • Gebrek aan veiligheid binnen het team belemmert de implementatie.
    • Gebrek aan betrokkenheid van het management kan weerstand oproepen.
  • Succesfactoren:
    • Transparantie en kwetsbaarheid van de leidinggevende.
    • Duidelijke verwachtingen en structurele aandacht voor welbevinden.

2. Werd, M., & Haasen, M. (2020). Een sterke basis voor de WIsH-training: De driehoek Ouders, School en Jeugdhulp. Onderwijs en Zorg ZP6.

De WIsH-training is gericht op het versterken van mentale weerbaarheid en sociale vaardigheden bij basisschoolleerlingen. Het project betrekt ouders intensiever bij de training, wat een positief effect heeft op het educatief partnerschap.

Hoofdpunten:

  • Training en samenwerking: De training wordt uitgevoerd door een duo van een leraar en een jeugdhulpverlener, wat leidt tot diverse perspectieven en effectievere implementatie. Thema's omvatten zelfvertrouwen, grenzen stellen, en pesten.
  • Ouderactiviteiten: Ouderparticipatie is uitgebreid met 8 thuisgerichte activiteiten. Deze stimuleren de dialoog tussen ouders en kinderen en versterken de ouder-kindrelatie.
  • Effecten: Ouders waarderen de koppeling tussen school- en thuisactiviteiten. Kinderen leren weerbaarheid, terwijl ouders het onderwijsproces beter begrijpen en ondersteunen.

3. Daamen, W. (2017). Partnerschap met ouders: wat werkt. Nederlands Jeugdinstituut.

Het artikel onderzoekt wat effectief is in het samenwerken met ouders in verschillende contexten: onderwijs, jeugdhulp en residentiële zorg. Het doel is inzicht te bieden in de werkzame elementen van een partnerschap dat de ontwikkeling en het welzijn van kinderen en hun gezinnen bevordert.

1. Definitie van partnerschap met ouders

Het concept "partnerschap met ouders" gaat verder dan ouderbetrokkenheid. Het benadrukt wederkerigheid en samenwerking tussen ouders en professionals, met als gezamenlijk doel het bevorderen van het welzijn van het kind.

Ouderparticipatie: Actieve deelname van ouders aan schoolactiviteiten (bijv. ouderraad of schoolreisjes).
Ouderbetrokkenheid: Ouders tonen emotionele en praktische betrokkenheid bij de school en de ontwikkeling van hun kind, zoals huiswerkondersteuning en respect voor de leraar.
Pedagogisch partnerschap: Dit type samenwerking legt de nadruk op wederzijds respect en gelijkwaardigheid tussen ouders en professionals.


2. Effecten van partnerschap met ouders

Onderwijs

Schoolprestaties: Partnerschap met ouders verbetert academische prestaties, sociale vaardigheden, en zelfregulatie. Het verlaagt spijbelen, schooluitval en probleemgedrag.
Taalontwikkeling: Ouders die betrokken worden bij lees- en taalactiviteiten thuis stimuleren de taalontwikkeling van jonge kinderen.
Speciaal onderwijs: Samenwerking helpt om kinderen in achterstandssituaties beter te ondersteunen, wat de kans op doubleren en speciale onderwijsbehoeften vermindert.

Preventie

Gedragsproblemen en delinquentie: Sterke ouder-kindrelaties en oudertrainingen verminderen problematisch gedrag en delinquentie op zowel korte als lange termijn.
Gezondheid en welzijn: Samenwerking met ouders is effectief in het voorkomen van eetstoornissen, kindermishandeling en tienerzwangerschappen.


3. Factoren die invloed hebben op partnerschap met ouders

Kenmerken van ouders

Sociaal-economische status (SES): Ouders met een lage SES ervaren vaker barrières zoals stress, onzekerheid, en logistieke problemen. Dit kan hun betrokkenheid verminderen.
Culturele verschillen: Misverstanden tussen ouders met een migratieachtergrond en professionals leiden vaak tot minder effectieve samenwerking.
Relatieproblemen: Gescheiden ouders of ouders met psychische problemen hebben extra ondersteuning nodig om effectief te kunnen participeren.


4. Werkzame elementen van samenwerking met ouders

Het artikel identificeert algemene werkzame elementen en specifieke strategieën voor samenwerking in verschillende contexten.

Algemene elementen

Communicatie: Duidelijke, frequente communicatie tussen ouders en professionals is cruciaal.
Gelijkwaardigheid: Partnerschap vereist wederzijdse respectvolle interactie, waarbij ouders zich serieus genomen voelen.
Flexibiliteit: Aanpassingen in aanpak en planning om aan de behoeften van gezinnen te voldoen.
Empowerment: Ouders ondersteunen in hun rol als opvoeder door hun kennis en vaardigheden te vergroten.


Specifieke strategieën

Elkaar leren kennen: Investeren in het opbouwen van vertrouwen en een goede relatie vanaf het begin.
Gezamenlijke doelen stellen: Bespreek verwachtingen en stel realistische doelen samen met ouders.
Praktische ondersteuning: Zorg voor laagdrempelige toegang tot ouderbijeenkomsten en ondersteuningsprogramma's.
Gebruik van technologie: Digitale platforms zoals communicatiesystemen kunnen communicatie vergemakkelijken.
Culturele competentie: Training voor professionals om culturele verschillen te begrijpen en overbruggen.


5. Aanbevelingen voor praktijk en beleid

Professional training: Geef in opleidingen meer aandacht aan ouderpartnerschap.
Aanpassingen op maat: Bied contactmomenten en interventies aan die aansluiten bij de specifieke behoeften van ouders.
Betrekken van vaders: Vaders zijn vaak minder betrokken dan moeders; gerichte strategieën kunnen deze ongelijkheid aanpakken.
Gezinsgerichte benadering: Richt je niet alleen op het kind, maar zie ouders en kind als een eenheid.


3. Sessie 3 & 4: 

  • Pedagogische sensitiviteit & responsiviteit 

A. Behaviorisme (Pavlov, Skinner)

Toegepaste gedragstheorie

  • Alle gedrag aangeleerd (ook afleren) >< aangeboren gedrag? 
  • Alleen maar uitgaand van waarneembaar gedrag
  • Conditioneren: straffen en belonen, negeren
  • Vb. gedrag negeren --> consequent zijn
  • Hoe kan je gedrag beïnvloeden door aanpassen van de omstandigheden? (vb. klassenmanagement...)
  • Complimenten geven, feedback geven 
  • Gedragsfunctieanalyse (ABC-analyse): antecedent --> gedrag (behavior) --> consequentie
  • Sociale leertheorie (Bandura): spiegelen, observatieleren

Cognitieve gedragstheorie

  • Wat je denkt heeft invloed op je gedrag, wat jij denkt dat anderen van jou vinden heeft effect op gedrag
  • vb. fixed & growth mindset

ACT (Acceptance and commitment therapy)

  • Nadruk op accepteren van emoties vb. mindfulness
  • Vb. 5G-model toepassen als leerkracht

B. Russische leerpsychologie

  • Vygotsky: zone van naaste ontwikkeling vb. scaffolding

C. Positieve psychologie (Seligman, 1999)

  • Welbevinden en optimaal functioneren mens om te kunnen floreren, in de flow geraken
  • PERMA model vb. doorwerking

Datagericht werken:

  • Elke LUK heeft zijn eigen HGW-cyclus !
  • LVS checken = bronnenstudie
  • Appwel: lln laten weten dat bevindingen op KR worden besproken --> vertrouwensleerkracht toewijzen of klassikaal NO BLAME

Schoolbreed werken aan gedrag:

  • Whole school approach/Holistische visie: het welbevinden van leerkracht heeft effect op welbevinden leerling (leerling, directie, secretariaat, poetsvrouwen...)

Ouderbetrokkenheid

  • Initiatieven tot ouderbetrokkenheid preventief!
  • Samen zelfde doel!


Portfolio's Master Educational Needs - Emelie Hens - studentnummer 5601290
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin