Complexiteit
Factoren eigen aan het kind of de omgeving van het kind kunnen een invloed hebben op EF. Hieronder worden enkele risico- en beschermingsfactoren uitgelicht.
1. Ecologie van de leerling
Van Meersbergen en Jeninga (2012) kijken met hun model naar de invloed van omgevingsfactoren op het gedrag van de leerling. Als het gedrag van een kind aansluit bij de verwachtingen van de omgeving, dan is er sprake van "goodness of fit" (Batstra, 2021). Men gaat ervanuit dat gedragsproblemen niet voortkomen uit een probleem van het kind, maar uit een slechte afstemming tussen het kind en zijn context.
Wat ik hieruit meeneem is dat ik in mijn onderzoek best vele partijen uit de ecologie betrek. En in plaats van de leerlingen te willen veranderen, tracht ik de omgeving beter af te stemmen op hun behoeften.
2. Leerstoornissen, labels en stigma
Leerlingen met psychische of gedragsproblemen ervaren vaker negatieve labels en vooroordelen, wat een invloed kan hebben op hun zelfbeeld en schoolprestaties. Leerkrachten beoordelen het gedrag van deze leerlingen subjectief, met mogelijke discriminatie als gevolg. Daarnaast nemen medeleerlingen deze houdingen van volwassenen over wat de sfeer in de klas negatief kan beïnvloeden (Boer & Kolijn, 2019).
Enkele auteurs inspireerden me om mijn visie bij te stellen over labels:
- Let erop dat je niet te veel waarde hecht aan diagnostische labels. Labels kunnen nuttig zijn, maar ze zeggen vaak weinig over de nodige aanpak. Probeer voorbij het label te kijken en je te richten op wat de leerling nodig heeft (Pameijer, 2017).
- Dirk De Wachter (2019) is tegen de etiketten van de DSM (handboek voor de psychiatrie waarin alle psychische stoornissen opgesomd staan). "Ik ben voor een zo breed mogelijke normaliteit", zegt hij. Zijn boodschap: "De kennis van de classificaties is belangrijk, maar plaats deze op de achtergrond. Bekijk altijd de unieke casus die iedere mens is. Geen enkele persoon past ooit helemaal in een diagnostische categorie."
Voor mijn onderzoek tracht ik dus te kijken naar het kind in zijn totaliteit, zonder veel aandacht voor labels. Ik zal inzetten op positieve bekrachtiging, omdat ik geloof dat het benadrukken van kwaliteiten hen motiveert. Ik wil een inclusieve klasomgeving creëren waar iedereen zich gewaardeerd voelt en waar successen gevierd worden.
3. Geslacht
Jolles (2016) zegt dat door de hormoonhuishouding de EF zich bij jongens later ontwikkelen dan bij meisjes. Wat ik hieruit meeneem voor mijn onderzoek is het accepteren dat jongens zich op een trager tempo ontwikkelen. Ik kan hierdoor begripvoller zijn. Volgens Van Buurt e.a. (2022) kan ik de EF van jongens aanmoedigen door meer fysieke actie en afwisseling, buddy's te geven, planners aan te bieden, hen vaker te becomplimenteren en hen desnoods een jaar te laten overzitten.
4. Stress
Onder stress schakelt het brein over naar fight-flight-freeze-reacties. Hierdoor is er dus minder ruimte voor EF (Van Zundert, 2023). Als kinderen op school worden gepest of veel faalervaringen hebben, wordt school een stressfactor. Ook prestatiedruk kan stress die leerlingen ervaren verhogen (Kleinjan et al., 2020). Lichte stress kan helpen bij het leren omgaan met uitdagingen. Toxische stress kan echter de ontwikkeling van zelfregulatie schaden (Murray, Rosanbalm, Christopoulos & Hamoudi, 2015).
Er zijn enkele leerlingen in de klas waarvan ik vanuit de leerlingbegeleiding weet dat zij problemen hebben met hechting of een moeilijke thuissituatie. Ik zal de ontwikkeling van hun EF tijdens mijn onderzoek bekijken vanuit de traumasensitieve bril.
5. Opvoeding
De manier waarop ouders hun kinderen opvoeden, beïnvloedt hun ontwikkeling sterk. Een autoritatieve opvoedingsstijl, waarbij ouders warmte bieden maar ook duidelijke regels aangeven, is volgens Rigter (2020) de beste stijl voor een gezonde ontwikkeling. Andere opvoedingsstijlen, zoals autoritair of permissief opvoeden, kunnen een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling.
Ik heb geen controle over de opvoeding van de ouders, maar wel over mijn stijl. Tijdens mijn onderzoek zal ik bijgevolg trachten een autoritatieve stijl aan te nemen.