Bronnenstudie

Vergelijkende studie definitie executieve functies

Het onderzoek dat ik uitvoer is complex omdat verschillende auteurs EF anders benaderen. In Tabel 3 volgt een vergelijkende studie van drie naslagwerken:

  1. Dawson, P., & Guare, R. (2010). Executive skills in children and adolescents: A practical guide to assessment and intervention (2nd ed.). Guilford Press.
  2. Diamond, A. (2013). Executive functions. Annual Review of Psychology, 64(1), 135-168. https://doi.org/10.1146/annurev-psych-113011-143750
  3. Jolles, J. (2016). Het tienerbrein: Over de adolescent tussen biologie en omgeving. Amsterdam University Press.

Wat ik uit deze vergelijking meeneem voor mijn onderzoek

Aangezien VOKAN werkt met de methode van Dawson & Guare, zal ik me voor de observatie van hun workshops op deze visie baseren.

In mijn verdere onderzoek wil ik kijken vanuit de bril van Jolles en Diamond, aangezien zij EF benaderen vanuit een growth mindset en niet als een stoornis. Een growth mindset bij EF betekent volgens mij dat zowel leerlingen als leerkrachten geloven dat EF te ontwikkelen zijn. Ik geloof dat leerlingen hierdoor leren dat fouten maken geen mislukking is, maar een kans om beter te worden. Ook voor leerkrachten is een growth mindset belangrijk: door samen te werken en nieuwe methodes uit te proberen, kan ik EF van leerlingen door mijn lerarengedrag verbeteren.

Bijlage: literatuurtabel

Tabel 3
Literatuurtabel visie auteurs EF

Opmerking. Zelfgemaakte tabel gebaseerd op literatuur over de definitie van EF. Eigen verwerking van Dawson & Guare, 2010; Diamond, 2013; Jolles, 2016.

Wat werkt? Kritiek op de traditionele zienswijze

In Tabel 4 vergelijk ik enkele bronnen die kritiek geven op het trainen van EF. De bronnen werden mij aangereikt tijdens de module Neuropsychologie 1. 

Bronnen:

  1. Diamond, A., & Ling, D. S. (2020). Review of the evidence on, and fundamental questions about, efforts to improve executive functions, including working memory. In M. F. Bunting, J. M. Novick, M. R. Dougherty, & R. W. Engle (Eds.), Cognitive and working memory training: Perspectives from psychology, neuroscience, and human development (pp. 145–385). Oxford University Press. https://doi.org/10.1093/oso/9780199974467.003.0008

  2. D'Intino, J., Hollands, G., Jacobson, S., Sunderji, N., & Toplak, M. E. (2022). Evaluating the rationale and evidence supporting executive functions skills interventions in the classroom. Psychology in the Schools, 59(12), 2565–2588. https://doi.org/10.1002/pits.22757

  3. Doebel, S. (2020). Rethinking executive function and its development. Perspectives on Psychological Science, 15(4), 942-956.

  4. Niebaum, J. C., & Munakata, Y. (2023). Why doesn't executive function training improve academic achievement? Rethinking individual differences, relevance, and engagement from a contextual framework. Journal of Cognitive Development, 24(2), 241–259. https://doi.org/10.1080/15248372.2022.2160723

Conclusie

  • Alle bronnen vinden dat ondersteunen van EF beter werkt als geïntegreerd onderdeel. Geïsoleerde inoefening van EF is volgens hen weinig effectief.
  • De relatie met de leerkracht heeft een grote invloed.
  • De interventies moeten afgestemd zijn op de context van het kind.
  • Interventies moeten inspelen op interesses van het kind, wat intrinsieke motivatie verhoogt.
  • De interventies moeten interactief, uitdagend, relevant en gradueel zijn.

Bijlage: literatuurtabel

Tabel 4
Literatuurtabel kritiek en aanbevelingen van auteurs op EF

Opmerking. Zelfgemaakte tabel gebaseerd op literatuur over kritiek op EF. Eigen verwerking van Diamond & Ling, 2020; D'Intino et al., 2022; Doebel, 2020; Niebaum & Munakata, 2023.

Mijn oordeel

Er bestaan veel verschillende opvattingen over EF, wat bij mij zorgt voor verwarring. Aangezien het begrip afkomstig is uit de geneeskunde, stel ik mij de vraag of het wel verantwoord is zoveel ruimte te geven aan het begrip binnen het onderwijs.

Er is daarnaast binnen de traditionele visie weinig aandacht voor de context van het kind, terwijl deze een grote invloed heeft op hun ontwikkeling (Sankalaite et al., 2021). Kinderen die opgroeien in warme gezinnen ontwikkelen zich anders dan kinderen die te maken hebben met stress. Factoren zoals verdriet, eenzaamheid, slaaptekort, motivatie en fysieke conditie beïnvloeden ook EF (Diamond, 2013). Moeten we niet beter kijken naar de context van onze leerlingen? Werken de EF in elke context op dezelfde manier? 

Verder vind ik dat veel onderzoeken te weinig aandacht besteden aan de ontwikkeling van het kind, terwijl EF zich samen met de hersenen ontwikkelen (Miyake et al., 2000). In de praktijk hebben pubers bijvoorbeeld meer behoefte aan autonomie. 

Het werken met leerlingen met zwakke EF roept ook bij de leerkracht emoties op. Het kan frustrerend zijn wanneer een leerling telkens afgeleid raakt, impulsief reageert of moeite heeft met plannen en organiseren. Ik vind dat vele bronnen te weinig aandacht schenken aan hoe leerkrachten best omgaan met deze emoties.

Volgens de bronnen hierboven lijken losse oefeningen om EF te trainen weinig effect te hebben op schoolprestaties. Is het wel verantwoord om hier schaarse lestijd aan te besteden?  In mijn ogen is het belangrijker om de focus te verleggen naar sterke pedagogie.

Ten slotte kan je EF niet diagnosticeren, omdat ze afhankelijk zijn van context, ontwikkeling en individuele verschillen. In plaats van te streven naar een 'eenheidsworstleerling', zouden we meer aandacht moeten hebben voor de authenticiteit van elk kind. Een benadering waarbij we rekening houden met de hele ontwikkeling van het kind, lijkt mij zinvoller. 

Portfolio's Master Educational Needs - Emelie Hens - studentnummer 5601290
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin